Crâne Cristal de Roche pur sang, Qualité- Top .

Crâne Cristal de Roche pur sang, Qualité- Top .

Cristal de roche coloré en boîte de présentation (160x125mm)

Cristal de roche coloré en boîte de présentation (160x125mm)

Pyramides (H35xL40xP40mm) en Cristal de Roche

Bon travail de coupage en beau jusqu'à très beau de Cristal de roche de Madagaskar.
Disponibilité : En stock
SKU
3340
Pyramides (H35xL40xP40mm) en Cristal de Roche doit être acheté par multiple de 1

De eerste Egyptische piramide is ruim 4500 jaar geleden gebouwd als grafmonument voor een Egyptische farao, de toenmalige heersers van het oude Egypte. Zijn opvolgers volgden hem in deze begraafwijze en zij werden net zoals hun voorganger na hun dood gemummificeerd en met kostbaarheden en persoonlijke bezittingen in het binnenste van een piramide gelegd. In totaal zijn er circa tachtig piramiden bewaard gebleven, gebouwd over een periode van ongeveer duizend jaar. De vroegste vorm van een piramide is de mastaba, een doosvormige constructie waarin belangrijke personen begraven werden. De trappenpiramide van farao Djoser in Saqqara is de eerste stap naar de bouw van ware piramiden.

De vorm van de piramiden had waarschijnlijk twee betekenissen:
1.oerheuvel: volgens één van de kosmogonieën was de oerheuvel of tumulus het eerste dat ontstaan was uit de chaos/water. De oerheuvel stond voor de schepping en de piramide zou de schepping van het herleven na de dood symboliseren.
2.hemeltrap: een 'stairway to heaven': de farao gebruikte de piramide als trap om na zijn dood plaats te nemen tussen de circumpolaire sterren.

Archeologische onderzoekingen zouden hebben aangetoond dat diverse elementen in de bouwstijl en de positionering van de piramiden verband houden met de toenmalige godenverering (zonnegod) en dat rekening werd gehouden met de stand van de hemellichamen. Deze theorie is echter controversieel en wordt door egyptologen als piramidologie beschouwd. 
De bouwplaats van piramides werd altijd zorgvuldig uitgekozen. Vaak werden ze gebouwd op een ondergrond van kalksteen omdat dat een sterke ondergrond was. En dat was ook wel nodig voor het gewicht van de piramides. Ook omdat de kalksteen gebruikt werd voor het bouwen van de piramide zelf, en het was handig als de blokken steen dichtbij gewonnen konden worden. De Egyptenaren waren echter niet vanaf het begin goed in het bouwen van piramides. De Egyptenaren wisten eerst niet dat een goede fundering cruciaal was. Zo is de piramide van Meidum op zand gebouwd. Deze is dan ook niet goed bewaard gebleven, er liggen overal kapotte brokken steen om de piramide heen. Nadat de bouwplaats was uitgekozen werd de fundering gelegd. Er werd heel precies uitgemeten waar de piramide zou komen en hoe groot die zou worden. Ook werd rekening gehouden met de kant waar de hoeken naartoe stonden. De Egyptenaren wisten vrij nauwkeurig waar het noorden, oosten zuiden en westen was. Dit hebben ze waarschijnlijk berekend door de sterren te bestuderen. Daarna maakten ze een glad plateau zodat ze een stevige ondergrond hadden voor het enorme gewicht van de piramide. Bij de plaats voor de piramide werd ook rekening gehouden met de aanwezigheid van voldoende materiaal. De stukken steen werden dan ook vaak vlak bij de piramide uitgehouwen en vervoerd vanuit de steengroeve. Soms werden er van een verdere afstand stenen gehaald, bijvoorbeeld in het geval van de piramides in Gizeh. Deze stenen werden dan alleen voor de buitenkant gebruikt omdat ze mooier waren. Voor de binnenkant werd wel de gewone steen gebruikt. Er zijn in de piramides in Egypte granieten platen gevonden van 500 ton. Met hedendaagse hijstechnieken is het hoogst haalbare gewicht 200 ton. Tegenwoordig gaat men ervan uit dat de bouw van een piramide grotendeels het werk van professionele bouwlieden was en niet van slaven, zoals Herodotus stelde. Volgens moderne reconstructies waren voor de bouw van een enkele piramide tienduizenden mensen nodig. Waarschijnlijk bestond het grootste deel van deze bouwvakkers uit de plaatselijke Egyptische boeren die als een soort 'herendienst' voor de farao meehielpen met bouwen als tijdens de periodieke overstroming van hun akkers door de Nijl toch niet op het land gewerkt kon worden. Enige jaren geleden zijn de resten van een complete stad voor de bouwlieden gevonden nabij het plateau van Gizeh. Uit resten van de keukens bleek dat de werkers niets te kort kwamen en een voedzaam dieet genoten, wat ook wel nodig was voor het zware sjouwwerk met de steenblokken. De Egyptenaren van de vierde dynastie hebben nooit opgeschreven hoe ze de grote piramiden gebouwd hebben. Aanwijzingen kunnen worden gehaald uit sommige tekeningen, zoals die uit de twaalfde dynastie waarop kan worden gezien dat water wordt gegoten voor een soort slede. Dit zou kunnen aantonen dat men de slede over natte klei kon voorttrekken om de blokken aldus te transporteren. Er zijn echter ook andere theorieën over hoe de piramides gebouwd zijn. Een is de theorie van de rechte schans. Deze is echter zeer onwaarschijnlijk. De helling mocht niet zo steil zijn, en daarom zou de schans veel te lang worden. Daardoor zou uiteindelijk de schans zelf meer materiaal bevatten dan de piramide zelf. Een tweede theorie is die van de spiraalschans. Volgens deze theorie zou er om de piramide heen een spiraal komen die na de bouw zou worden afgebroken. Wederom is deze theorie zeer onwaarschijnlijk. Ten eerste kunnen zo niet alle delen van de piramide bereikt worden. Ten tweede is het vrijwel onmogelijk om de grote blokken de bocht om te krijgen. In 1989 ontdekten Mark Lehner en zijn vriend Zahi Hawass de overblijfselen van een oude bakkerij. Hier vonden ze resten van tafla. Tafla is een soort klei, als tafla nat wordt is het heel glad en zou het grote blokken steen kunnen verplaatsen met behulp van houten rollers en een spiraalschans. Op deze manier was het mogelijk om de blokken de bochten om te krijgen. Deze theorie is een keer succesvol uitgevoerd door het NOVA, zij het op schaal. Het enige probleem aan deze theorie is nog steeds dat niet alle delen van de piramide bereikt konden worden. De laatste theorie is de zandtheorie. Het idee is dat er aan beide zijden van de piramide een soort houten bak is, een voor een blok steen en een voor zand. Door middel van touwen wordt het blok naar boven getrokken als er genoeg zand in de bak aan de ander zijde zit. Het enige probleem aan deze theorie is dat het zand steeds naar boven gebracht moet worden, dit is mogelijk, maar zou heel veel tijd in beslag nemen.

Bergkristal is de kleurloze en meest voorkomende variant van het mineraal kwarts (siliciumdioxide, SiO2) De naam 'bergkristal' is afgeleid van het Griekse woord "Krustallos" dat ijs betekent. Men geloofde dat bergkristal door de godenvormgegeven ijs was. Ten tijde van het Mesolithicum kende men het bergkristal al. Tijdens de Romeinse tijd werd het uit de Alpen onder de naam "versteend ijs" op de markt gebracht. Theofratus noemde het "krystallos". Ook Plinius de Oudere maakt er melding van. De naam 'kwarts" is in 1529 ingevoerd door Georgius Agricola. De volkeren uit het Oosten beschouwden bergkristal als steen van het geduld en de volmaaktheid. Tibetanen gebruiken bergkristal om wonden te behandelen.De keuze van bergkristal als drinkglas of als deel van middeleeuwse sieraden kan worden toegeschreven aan het geloof dat deze kristallen zouden breken of verkleuren wanneer zij met gif in aanraking kwamen. Zo werd de keten een amuletdat de koning beschermde. Vergelijk de Rudolfinische keizerskroon en de keten van de Jehova-orde. Ontstaan: Megnatieten, pegmatieten, hydrothermale en alpiene steenaders, alluviale afzettingen. Voorkomen: Bergkristal is in de natuur wijd verbreid, maar niet altijd in edelsteenkwaliteit. Historisch bekende vindplaatsen zijn India en Sri Lanka (de omgeving van Tatnaputi). Iriserend kwarts uit het gebied van de Poona in India en uit Myanmar is een zeldzaamheid. Fraaie kristallen komen uit Kenia en Madagaskar, ook uit Brazilië (Minas Gerais), Goisas, Bahia en Frans-Guyana. In de VS komt bergkristal voor in pegmatieten, onder andere in Maine (bij Ausburn, New York, North Carolina, Arkansas (Crystal Peak) en Californië. Van bijzondere betekenis zijn voorkomens in de Alpen. Bergkristallen worden gevonden in Zwitserland (bijvoorbeeld bij Urim waar een kristal van 135 kg is gevonden in het gebied van de Sint-Gotthard en van de Grimsel), in Oostenrijk (in 1965 werd bij de Großglockner in een holte een kristal van bijna 1000 kg gevonden). Bergkristallen komen ook voor in Duitsland, Tsjechië, Polen en Frankrijk. In de collecties van diverse musea bevinden zich unieke geslepen bergkristallen. Het Smithsonian Institution Washington bezit een geslepen steen van 7000 kt en een bol bergkristal met een diameter van 33 cm en een gewicht van 48,5 kg; deze komt uit Birma en is in China geslepen.

Edelsteentherapie Bergkristal

  • Le plus grand grossiste de pierres précieuses d'Europe
  • Plus de 165000 articles divers en stock
  • Livraison rapide sous 48 heures
  • Prix ​​compétitifs garantis

As-tu une question? S'il vous plaît n'hésitez pas à nous contacter: