Rituele trompetschelp rond 1900. Afkomstig uit Tibet.

De schelp is één van de acht gelukssymbolen in het Tibetaanse Boeddhisme en vertegenwoordigt de glorie van de  leer van de Boeddha, die zich als het geluid van de hoornschelp in alle richtingen verspreidt. In Tibet wordt er op deze schelpen geblazen. Daar wordt hij Sankha genoemd. Het geluid verkondigt de glorie van de heilige naam. Op dit instrument wordt geblazen in de tempels van Hindoes en Boeddhisten tijdens het gebed en / of meditatie. Meestal op twee of drie hoorns tegelijk.
Feng Shui: De trompetschelp neemt een belangrijke plek in bij de Feng Shui, want er worden allerlei goede eigenschappen aan toegedicht: een gevoel van vrede en comfort in huis, alsook bescherming. Volgens de Feng Shui werkt het plaatsen van een dergelijke schelp in de zuidhoek van de woonkamer als versterker van de populariteit en reputatie van de bewoner. Leg gladde trompetschelpen in de keuken om energie te creëren die harmonieus en gezinsvriendelijk werkt. Houd stekelige schelpen op de vensterbank om energie aan te trekken die het huis beschermt tegen ongeluk en schade. Bewaar steeds wat trompetschelpen in een mandje op een tafel bij de voordeur, voor een succesvolle en bevredigende loopbaan. Boeddhisme in Tibet: De trompetschelp wordt in het algemeen gebruikt om 'op te roepen tot godsdienstige bijeenkomsten'. Ook wordt hij gebruikt om 'heilig water' in te bewaren, en als muziekinstrument tijdens Puja-ceremonieën.

 
Het blazen op een trompet schelp (Tibet)