Granaat "flats" aangeslepen stukken verzameldoos met 1.6-1.9 kilo natuurlijke Granaat afkomstig uit India.

De granaatgroep omvat mineralen met een kubisch kristalsysteem en kristallen in de vorm van romboëdrische dodecaëders en trapezoëders. Het zijn nesosilicaten met de algemene chemische formule A3B2(SiO4)3. Granaten kunnen chemische elementen zoals calcium, magnesium, aluminium, ijzer(II), ijzer(III), chroom, mangaan en titanium bevatten. Ze vertonen geen splijting en hebben een hardheid van 6,5 tot 7,5. Granaten kunnen variëren van transparant tot opaak. De term "granaat" komt van het Latijnse 'granatus', verwijzend naar 'malum granatum' (granaatappel), een plant met rode zaden die lijken op de vaak gevonden granaatkristallen. Granaten zijn, in tegenstelling tot de algemene opvatting en wat de naam doet vermoeden, niet altijd rood. Ze kunnen paars, rood, oranje, geel, groen, bruin, zwart of kleurloos zijn. In 1998 werd voor het eerst een blauw-roze granaat ontdekt in Bekily, Madagaskar, een zeer zeldzame variant. De zes meest voorkomende varianten zijn pyroop, almandien, spessartiet, grossulaar, uvaroviet en andradiet, die voorkomen in twee vaste oplossingsreeksen: 1. De pyralspiet-groep: pyroop-almandien-spessartiet 2. De ugrandiet-groep: uvaroviet-grossulaar-andradiet. Granaten zijn zeer talrijk in de aardkorst en mantel, wat ze belangrijk maakt voor het chemisch begrip van de aarde. Granaat is ook een van de "negen edelstenen" in de Thaise Orde van de Negen Edelstenen.