Edelstenen zijn zeldzame mineralen die vaak worden verwerkt in juwelen en decoratieve objecten. De kenmerken van edelstenen omvatten schoonheid, zoals kleur, glans, vuur, transparantie en lichteffecten; duurzaamheid, beoordeeld op hardheid, breekbaarheid/splijtbaarheid en chemische weerstand; en zeldzaamheid, gebaseerd op hoe vaak ze in de natuur voorkomen. Edelstenen kunnen op verschillende manieren worden geslepen, met als basisonderscheid de cabochon, een bolle slijpvorm, en gefacetteerd, waarbij het oppervlak van de edelsteen in meerdere facetten wordt geslepen. Tijdens het slijpproces worden eigenschappen zoals kleur, kleurverdeling, insluitsels, speciale lichteffecten, dispersie en breuk- en snijvlakken in overweging genomen. Zo worden ze omgevormd tot kettingen, oorbellen, armbanden en andere sieraden, maar vinden ze ook industriële toepassingen. Bekende edelstenen zijn onder meer diamant, robijn, smaragd, saffier, aquamarijn, topaas, toermalijn, amethist, citrien, carneool, opaal, onyx, turkoois, lapis lazuli en granaat. In de 18e en vroege 19e eeuw was het in de mode om sieraden te maken met iemands naam of initialen erin verwerkt. Men koos edelstenen uit op basis van de eerste letter van hun naam, wat leidde tot het edelstenenalfabet. In de 19e eeuw werden ook acrostichonsieraden gemaakt, waarbij gevoelens werden uitgedrukt met edelstenen. Het bekendste voorbeeld is de Engelse 'regard'-ring, een verlovingsring waarin het woord 'regard' (hoogachting) werd gevormd door de edelstenen robijn, smaragd, granaat, amethist en diamant.