Wij gebruiken cookies om uw ervaring beter te maken.
Het mineraal cinnaber is een kwiksulfide met de chemische formule HgS. Het grijze, bruine of donkerrode (vermiljoenen) cinnaber heeft een helderrode streepkleur en een volkomen splijting volgens kristalvlak [1010]. Het kristalstelsel is trigonaal, de dichtheid is met 8,1 hoog. De hardheid is 2 tot 2,5. Cinnaber is niet radioactief. In Californië wordt nog het zeldzame metacinnaberiet aangetroffen. De chemische samenstelling is gelijk aan die van cinnaber, maar de structuur is anders (namelijk kubisch). Het woord cinnaber betekende oorspronkelijk vermiljoen en is afkomstig uit het Perzisch (shangarf). Het heeft onze taal bereikt via het Grieks, het Latijn en het Frans. Cinnaber komt vooral voor in hydrothermale aders van lage temperatuur. De typelocatie en lang een belangrijke vindplaats van kwik als erts is Almadén, Spanje, waar het reeds door de Kelten werd ontgonnen. Cinnaber is het belangrijkste kwikerts. Cinnaber was reeds bekend in de oudheid en ook al meer dan 1000 jaar gebruikt als pigment in China. Men kan uit cinnaber kwik verkrijgen door het te laten sublimeren bij 583 °C (856 K). Daarbij komt het vloeibare kwik vrij.