Wij gebruiken cookies om uw ervaring beter te maken.
De Han-dynastie (206 v.Chr. - 220 na Chr.) volgde de Qin-dynastie op en ging vooraf aan de Drie Koninkrijken van China. Tijdens de Han-dynastie, vernoemd naar de Hanrivier, werd China officieel een confuciaanse staat en bloeide het land op: de landbouw, de ambachten en de handel floreerden en de bevolking bereikte het aantal van 50 miljoen. Ondertussen breidde het imperium zijn politieke en culturele invloed uit in Vietnam, Centraal-Azië, Mongolië en Korea alvorens het definitief onder een combinatie van binnenlandse en buitenlandse druk ineenstortte. De periode wordt verdeeld in twee subperiodes, namelijk de Vroege Han (Qian Han 前 漢) of Westelijke Han (Xi Han 西 漢), 206 v.Chr. - 9 v.Chr., en de Late Han (Hou Han 後 漢) of Oostelijke Han (Dong Han 東 漢), 25 - 220 n.Chr. De dynastie werd opgericht door het geslacht Liu. Tussen de Vroege en Late Han was er een turbulente onderbreking, de Xin-dynastie, waarin keizer Wang Mang over China regeerde.