Ringelerts, ook wel kokarde-erts genoemd, is een lokale specialiteit. Naast het erts waaraan het zijn naam dankt, zijn de mineralogische componenten: galena, sfaleriet, kwarts en calciet. Een erts is een gesteente dat een economisch winbare concentratie van een bepaalde delfstof bevat. Na de winning van het erts dient de delfstof (bijvoorbeeld een bepaald metaal of een mineraal) uit het erts onttrokken te worden, waarna een economisch waardeloos residu overblijft, ganggesteente of gangue. Ertsen van een bepaald metaal zijn vaak verrijkt in ertsmineralen, mineralen die een verbinding vormen tussen het metaal en een of meer andere elementen. Voorbeelden zijn mineralen als galeniet (PbS, looderts), sfaleriet (ZnS, zinkerts), hematiet (Fe2O3, ijzererts), of chalcopyriet (CuFeS2 , kopererts). Mineralen die voor andere doeleinden worden gebruikt, zoals apatiet (Ca5(PO4)3F, fosforproductie) of kwarts (SiO2, glasfabricage) zijn industriële mineralen. Goud komt echter meestal in ongebonden vorm voor in gouderts. Het onderscheid tussen ertsmineralen en industriële mineralen wordt niet altijd strikt gehanteerd. Veel ertsen bevatten meer dan een economisch interessant metaal in doorgaans meerdere mineralen. Zo komen galeniet en sfaleriet vaak samen voor, evenals koper en nikkel (chalcopyriet en pentlandiet, (Ni,Fe)9S8), of koper en ijzer (in chalcopyriet). Lang niet altijd is het economisch mogelijk om al die metalen te winnen. Ook bevatten ertsen gewoonlijk ook mineralen zonder enige economische waarde, zoals silicaten (bijvoorbeeld kwarts) of carbonaten (zoals calciet). Soms bestaan ertsen grotendeels uit een enkel mineraal, en soms wordt dan de naam van het mineraal gebruikt om naar het erts te verwijzen. Zo spreekt men van bauxiet in plaats van aluminium-erts.