100 cm Lacets en cuir en couleurs diverses  de les U.S.A.

100 cm Lacets en cuir en couleurs diverses de les U.S.A.

Colliers Bison et Cheval Sauvage. Belles bijous simple Indiens.

Colliers Bison et Cheval Sauvage. Belles bijous simple Indiens.

Bracelets Bison et Cheval Sauvage. Belles bijous simple Indiens.

Bijous ordinaire avec les dents de bisons et des chevaux sauvages qui sont tous décédés naturels, sont portés dans le monde de chamanisme comme amulets de bonheur.
Disponibilité : En stock
SKU
1853
  • Acheter 24 pour 2,99 € et économisez 25%
Bracelets Bison et Cheval Sauvage. Belles bijous simple Indiens. doit être acheté par multiple de 1

De waterbuffel of karbouw (karbauw) (Bubalus bubalis) is een groot rund. Het is de bekendste en meest wijdverbreide soort uit het geslacht van de Aziatische buffels (Bubalus). De waterbuffel heeft een schofthoogte van 1,5 tot 1,9 meter en een lengte van 2,40 tot 3 meter. De staart is 60 tot 100 centimeter lang en borstelig op het uiteinde. Hij heeft een grijszwarte, dunne vacht met lange haren. Het onderste deel van de poten is soms vaalwit tot op de knieën. Volwassen dieren zijn echter bijna naakt. De huid is donkergrijs. De stieren hebben grote hoorns die maanvormig naar achteren buigen. De hoorns hebben diepen groeven en kunnen tot twee meter overspannen. De koeien zijn kleiner dan de stieren. Ook hun hoorns zijn kleiner. Volwassenen dieren kunnen 300 tot 1200 kg zwaar worden; meestal zijn de stieren zwaarder dan de koeien, die tot circa 800 kg zwaar kunnen worden. Als gevolg van genetische isolatie varieert het gewicht zeer afhankelijk van het gebied. In het wild komt het dier voor in India, Nepal, Bhutan, Thailand en mogelijk Cambodja[2]. Daarnaast wordt de karbouw veel als werkdier gehouden, bijvoorbeeld voor het ploegen van een sawah, met name in Azië, Zuid-Amerika, Noord-Afrika en Europa. De voorouders van gedomesticeerde waterbuffels leefden waarschijnlijk in Zuid-Azië, van India tot Indochina. De wilde waterbuffel is bedreigd en komt maar in een beperkt aantal beschermde gebieden voor. Het kruisen met gedomesticeerde soortgenoten vormt een bedreiging voor het voortbestaan van deze populaties. Wilde waterbuffels zijn gebonden aan water. Historisch kwamen ze voor op voornamelijk laaggelegen alluviale graslanden en de oevers van bosrijk gebied. Ze trokken ook over grote afstanden bij het wisselen van de seizoenen. Het aantal wilde waterbuffels is tegenwoordig echter niet groot: er zouden maximaal 4000 wilde exemplaren zijn. Het IUCN schat dit op 1000, maar er zijn ook negatievere schattingen. Mogelijk zijn ook die wilde exemplaren niet meer volledig wild, maar zijn het kruisingen met tamme of verwilderde dieren. In het wild kunnen waterbuffels zo'n 25 jaar oud worden en in gevangenschap werd de langst levende waterbuffel 29 jaar.

Indianen zijn de oorspronkelijke bewoners van Amerika. Columbus, die in 1492 dacht in Indië beland te zijn (het was zijn bedoeling om in westelijke richting de Atlantische Oceaan over te reizen en zo in Indië te komen), noemde de bewoners indios - indianen. Omdat de benaming "indiaan" van een westers standpunt uitgaat, zijn er verschillende alternatieve benamingen in zwang geraakt. In de Verenigde Staten introduceerde de Amerikaanse overheid en academici in de jaren 60 van de 20ste eeuw de term Native American (Nederlands: inheemse Amerikaan) voor de groepen die onder de verantwoordelijkheid van het Bureau of Indian Affairs vielen. Een bijkomende reden was de verwarring met inwoners van Indiase afkomst, die in het Engels ook Indians heten. Deze nieuwe terminologie werd echter niet algemeen gewaardeerd, omdat het werd aangenomen zonder inspraak van de betrokkenen, en omdat met deze term indianen en de oorspronkelijke bewoners van Alaska, Hawaii, Puerto Rico en de eilanden in de Stille Oceaan op een hoop werden gegooid. Uit een in 2005 door het U.S. Census Bureau gehouden enquête bleek dat bijna 50% van de indianen het liefst "American Indians" worden genoemd, terwijl iets meer dan 37% de voorkeur geeft aan "Native American". Tegenwoordig worden beide termen gebruikt. Het is opmerkelijk dat het Bureau of Indian Affairs nu de term American Indian aanwendt in plaats van Native American. De benaming First Nations/Premières Nations wordt gebruikt in Canada. In Latijns-Amerika worden de indianen officieel indígenas (inheemsen) genoemd. In de wetenschappelijke wereld spreekt men ook wel van Amerindiërs of Amerindianen. De Eskimo's (soms Inuit genoemd, al slaat dat woord strikt genomen niet op de Yupik in Alaska) worden overigens vaak (in de politiek en in de wetenschap) niet als indianen beschouwd, zij het wel als "inheemse Amerikanen". De emancipatie wat de etnische naamgeving betreft is zowel in Canada als de VS in toenemende mate een zaak van de inheemse gemeenschappen zelf, die in cultureel en politiek opzicht steeds (zelf)bewuster worden. Zo geven inheemse volken die door de Amerikaanse en Canadese overheden officieel zijn erkend en zichzelf als een volwaardige politieke en culturele staat beschouwen, steeds vaker aan niet langer (zoals in de VS) tribes (stammen) of (zoals in Canada) bands genoemd te willen worden, maar Nations (naties of staten). Tevens worden de namen die de Europeanen (of omringende inheemse volken) in het verleden introduceerden, meer en meer vervangen door de namen die volkeren aan zichzelf gaven. In plaats van Irokezen spreekt men nu bijvoorbeeld vaker van Haudenosaunee. Andere naamsveranderingen zijn onder andere Lakota (Dakota/Nakota) voor Sioux, Mexicah voor Azteken, Ñudzahui voor Mixteken en Mapuche voor Araucaniërs. "Indiaan" wordt in het Nederlands niet met een hoofdletter geschreven, omdat het niet een volk maar verscheidene etnische groepen aanduidt (net als bij zigeuners het geval is). Koning Willem I noemde destijds zijn onderdanen in Nederlands-Indië in een aantal van zijn Koninklijke Besluiten "indianen". "Inlander" werd echter de gangbare term. Bij de komst van Columbus was Noord-Amerika verdeeld in een aantal cultuurregio's. De bekendste zijn die van het uiterste noorden (Arctisch gebied) en die van de prairies in het Midden-Westen, de Great Plains. Op de Plains woonden de meeste mensen langs de rivieren en waren boer. In het oosten en zuidwesten van Noord-Amerika woonden ook boeren. De belangrijkste gewassen waren maïs, bonen en pompoenen. Deze waren oorspronkelijk afkomstig uit Mexico. Verder werden in het zuidwesten katoen en in het oosten onder andere zonnebloemen verbouwd. Tabak werd in nagenoeg de gehele huidige Verenigde Staten en het zuiden van Canada aangeplant. Het stereotiepe beeld van "de indiaan" is gebaseerd op de Prairie-volkeren uit de negentiende eeuw. Dit wil niet zeggen dat voor Columbus (zonder paarden!) geen jacht werd gemaakt op de bizon of andere dieren. Vooral in het noordelijke gedeelte van de Great Plains zijn veel zogenaamde "Buffalo Jumps". Hier erden bizons in een ravijn gejaagd, waar ze te pletter vielen. Bij de Buffalo Jump Head-Smashed-In in Alberta, Canada, is een museum gevestigd waar te zien is hoe dit in zijn werk ging.

  

  • Le plus grand grossiste de pierres précieuses d'Europe
  • Plus de 165000 articles divers en stock
  • Livraison rapide sous 48 heures
  • Prix ​​compétitifs garantis

As-tu une question? S'il vous plaît n'hésitez pas à nous contacter: