Nous utilisons les cookies pour vous offrir une meilleure expérience utilisateur.
Een verrekijker (of kortweg kijker) is een optisch instrument om voorwerpen op grote afstand vergroot weer te geven. Het instrument is in 1608 uitgevonden door Nederlander Hans Lippershey uit Middelburg. De tegenwoordige verrekijker is meestal dubbel (binoculair) uitgevoerd en bestaat dan uit twee gelijke telescopen met kleine vergroting. Beide kijkerhelften bevatten een objectief en een oculair en zijn voorzien van een stelsel van prisma's om het beeld rechtop te zetten (een astronomische telescoop zonder deze prisma's geeft een omgekeerd beeld). Een verrekijker wordt daarom ook wel prismakijker genoemd. Met de prisma's wordt ook een verkorting van de verrekijker bewerkstelligd door het samenvouwen van de stralengang. De door Lippershey uitgevonden kijker had, anders dan de tegenwoordige kijkers, een negatieve lens als oculair. Dat geeft zonder dat er prisma's nodig zijn een rechtopstaand beeld, maar de beeldhoek is klein en een grote vergroting is niet goed haalbaar. Dit type wordt ook wel Hollandse kijker genoemd. De zogeheten toneelkijkers maken soms nog gebruik van dit systeem. Er worden twee soorten prismastelsels gebruikt. De dakkantprisma's ( ook wel pentaprisma's genoemd) zijn te herkennen aan de rechtdoorgaande stralengang (objectieven en oculairen staan recht achter elkaar), porroprisma's geven een parallelle verschuiving in de stralengang, zoals op de foto te zien is zijn de objectieven en oculairen ten opzichte van elkaar verschoven.
Dimensions | 110 x 60mm |
---|