Nous utilisons les cookies pour vous offrir une meilleure expérience utilisateur.
Een dendriet is een kristalhabitus, waarbij het kristal een vertakte groei vertoont. De term wordt gebruikt in de kristallografie en de geologie. De term dendriet is afkomstig van het Griekse woord dendron (δενδρον), dat boom betekent. Meestal gaat de dendritische kristalvorm gepaard met fossielen. Dendriet wordt op natuurlijke wijze gevormd tussen spleten in gesteente. Enkele varianten van mangaanoxiden en hydroxiden die vaak een dendritisch groeipatroon vertonen: birnessiet (Na4Mn14O27·9H2O) coronadiet (PBMn8O16) cryptomelaan (KMn8O16) hollandiet BaMn8O16) romanechitet ((Ba,H2O)Mn5O10) todorokiet ((Ba,Mn,Mg,Ca,K,Na)2Mn3O12·3H2O) en andere. In spleten van kwartsgesteente ontwikkelt zich een driedimensionele vorm van dendriet waarbij mosagaat gevormd wordt. Een vergelijkbaar verschijnsel staat in andere vakgebieden bekend als arborescentie. De term verwijst naar arbor, het Latijnse woord voor boom. Dit is bijvoorbeeld te zien in de ijsbloemen die ontstaan wanneer vocht, bijvoorbeeld uit warme lucht, bevriest op koud glas. Verder is arborescentie bekend uit loodbomen en chemische tuinen.