Wij gebruiken cookies om uw ervaring beter te maken.
Een draak is een groot mythisch wezen met een slangachtig of anderszins reptielachtig lichaam. De draak speelt wereldwijd een rol in mythologieën. Het geloof in deze wezens ontstond mogelijk door de geringe kennis die oude culturen bezaten van de gigantische, prehistorische, 'draakachtige' reptielen. Het woord "draak" is afgeleid uit het Griekse δράκων (drakōn), waarmee oorspronkelijk elk soort serpent werd aangeduid. Welke vorm de draak in de mythologie later ook aannam, het bleef in essentie een slang. Draken symboliseren afhankelijk van de cultuur, verschillende krachten. In het voor-christelijke Europa gold de draak niet per se als ongunstig en vaak zelfs als gunstig. Onder het christendom verkreeg de draak in Europa een kwalijke roep en werd, als verwant aan de slang uit het Bijbelhoofdstuk Genesis, als kwaadaardig voorgesteld. In het middeleeuwse christendom stond de draak symbool voor het voorchristelijke denken, de niet-christelijke, heidense wereld en ook voor de gevallen engel, de duivel. Enkele bekende drakendoders zijn Sint-Michaël, Sint-Joris, Perseus, Herakles, Apollon, Siegfried, koning Arthur en Lancelot. Om zijn afschrikwekkende uiterlijk siert de draak veel wapenschilden en vlaggen, de draak wordt vaak gebruikt in de heraldiek. Ook komt de draak voor in namen zoals Drakensteyn en kasteel Drakenburg. In landen buiten Europa brengt de draak vaak geluk of biedt bescherming tegen het kwade. In Mesopotamië was de oorspronkelijke almachtige godin die de andere goden ter wereld bracht een draak, zie Mesopotamische mythologie. In Egypte was Apepi een god in drakengedaante die heerste over de onderwereld en over het kwade. In Griekse mythes worden drakontes voorgesteld als slimme, magische wezens die uit de aarde kwamen, en de godin Athena had een slang als huisdier en helper.