Säbelzahntiger auf Sockel (Replika)

Säbelzahntiger auf Sockel (Replika)

Ammonitlampe (hergestellt aus Ammonitnachbildung)

Ammonitlampe (hergestellt aus Ammonitnachbildung)

T-Rex Dinosaurierschädel (Replika)

Schöne Replika eines T-Rex-Schädels (made in US) bei "Fossils and Bones" in Chicago, bekannt als die besten Hersteller weltweit.
Verfügbarkeit: Auf Lager
SKU
5429
T-Rex Dinosaurierschädel (Replika) kann in Schritten von 1 gekauft werden

De dinosauriërs of dinosaurussen (de eerste benaming is de correcte vertaling van Dinosauria, de wetenschappelijke naam van de groep) vormen een diergroep, behorend tot de Archosauria, die stamt uit het Mesozoïcum. De Dinosauria ontstonden ongeveer 230 miljoen jaar geleden in het Trias, als afsplitsing binnen de ruimere groep van de Dinosauriformes. De eerste dinosauriër was een kleine tweevoetige vleeseter. Die was de directe voorouder van de twee hoofdgroepen waarin alle andere dinosauriërs onderverdeeld kunnen worden: de Saurischia en de Ornithischia. In deze beide groepen ontwikkelden zich al snel ook plantenetende soorten. De dinosauriërs werden dominant tegen het eind van het Trias, toen op het land de meeste andere grote dieren uitstierven. Tijdens het hierop volgende Jura en Krijt waren de dinosauriërs 140 miljoen jaar lang de heersende landdieren, vermoedelijk de grootste die ooit geleefd hebben. Duizenden soorten, vleeseters en planteneters, ontwikkelden zich in allerlei vormen, mede door het uit elkaar bewegen van de continenten. De zeereptielen uit die tijd en de pterosauriërs, vliegende reptielen, waren echter geen dinosauriërs. Op het eind van het Krijt, 66 miljoen jaar geleden, stierven de meeste dinosauriërs uit, wellicht ten gevolge van een meteorietinslag. Nog levende dinosauriërs zijn de vogels. Sinds 1808 worden de uitgestorven dinosauriërs wetenschappelijk beschreven en de groep kreeg in 1842 haar naam, die "geduchte sauriërs" betekent. Tussen 1870 en 1925 werden veel dinosauriërfossielen ontdekt, vooral in Noord-Amerika. Daarna nam de belangstelling flink af maar sinds 1968 is er juist een aanzienlijke opleving van het onderzoek, de zogenaamde "Dinosauriërrenaissance". Met name in China en Argentinië zijn honderden nieuwe soorten gevonden. Er zijn sterk verbeterde inzichten verworven over hun verwantschappen, bouw en levenswijze. Vroegere populair-wetenschappelijke boeken over het onderwerp zijn hierdoor totaal verouderd geraakt. Door de vormenrijkdom aan dinosauriërs is het moeilijk typische eigenschappen van de groep aan te geven. Niet een bepaald kenmerk maakt een dier tot een dinosauriër maar het feit dat hij van de eerste dinosauriër afstamt. Behalve grote dinosauriërs waren en zijn er ook heel kleine. Dinosauriërs zijn reptielen en hebben een althans gedeeltelijk geschubde huid en planten zich voort door middel van eieren. Anders dan de overige huidige reptielen zijn de bestaande dinosauriërs, de vogels, warmbloedig. Onbekend en omstreden is in welke mate de uitgestorven dinosauriërs warmbloedig waren en over een verenkleed of vacht beschikten. Kleine soorten dinosauriërs hadden, ook als het geen vogels waren, vermoedelijk een hoge stofwisseling en verschillende van hun fossielen tonen de resten van veren of haren. De meeste wetenschappers denken nu dat alle dinosauriërs, ook de grootste, vrij actieve dieren waren in plaats van sloom of log, wat hun evolutionaire succes verklaart.

 

Op 2 augustus 1841 hield de Britse anatoom Richard Owen een voordracht aan de British Association for the Advancement of Science waarbij hij citeerde uit zijn nog ongepubliceerde Report on British Fossil Reptiles Part II. In de lezing bracht hij Iguanodon, Megalosaurus en Hylaeosaurus samen als in vorm overeenkomende soorten onder in de orde Sauria, maar gaf ze nog geen aparte naam. Begin april 1842 publiceerde hij en toen bleek hij ze in één onderverdeling — Owen twijfelde of hij het een tribus of suborde zou noemen — van de Sauria ondergebracht te hebben die hij de Dinosauria noemde, naar het Griekse δειν?ς, deinos, hier in de betekenis van "geducht", en sauria, "sauriërs". In het Engels heetten de dieren dus dinosaurians, maar Owen zelf gebruikte in de tekst al vaak de onjuist verkorte vorm dinosaur (naar analogie met de correcte verkorting van de geslachtsnamen, zoals megalosaur voor Megalosaurus), die later de gebruikelijkste zou worden. In Nederlandse vertalingen van dit Engelse woord wordt het meestal weer verlengd naar dinosaurus, wat taalkundig onjuist is: dinosauria heeft geen enkelvoud. Owen beklemtoonde de speciale eigenschappen van de Dinosauria, vooral dat hun poten recht onder het lichaam stonden, zoals bij zoogdieren. Hij zag dit als een teken van hun hoge graad van ontwikkeling en veronderstelde een overeenkomende hoge stofwisseling. De huidige reptielen vertegenwoordigden vergeleken hiermee een degeneratie. Deze voorstelling van zaken kwam voort uit Owens positie als catastrofist: hij verwierp iedere gedachte aan evolutie, zoals kort daarvoor nog bepleit door Robert Grant, en daarmee aan vooruitgang. Door nu aan te tonen dat vroegere reptielen juist beter waren dan de tegenwoordige, weerlegde hij dit "transmutationisme". De drie geslachten die Owen aan de Dinosauria toewees, waren overigens niet alle uitgestorven dinosauriërs die toen beschreven waren: Thecodontosaurus was beschreven in 1836 en al in 1808 was Streptospondylus beschreven door Cuvier — hoewel die pas in 1832 door Hermann von Meyer benoemd zou worden, dezelfde die in 1837 Plateosaurus zou beschrijven. Al die soorten werden echter niet door Owen als dinosauriërs herkend — voor Streptospondylus, eigenlijk de eerst beschreven dinosauriër, veertien jaar eerder dan Megalosaurus, zou die herkenning pas komen in 2001. Ironisch genoeg benoemde Owen in 1841 ook een nieuwe soort, Cetiosaurus: een dinosauriër — hoewel hij dat ook hier niet besefte. In 1851 werd er een wereldtentoonstelling gehouden in het Crystal Palace; toen dit demonteerbare bouwwerk zijn nieuwe bestemming kreeg in Sydenham, werden er in 1854 door toedoen van Owen in de tuinen van het complex levensgrote polychrome betonnen beelden van prehistorische dieren neergezet, ontworpen door Benjamin Waterhouse Hawkins. Daaronder waren ook de drie dinosauriërs die Owen erkende, weergegeven volgens zijn ideeën, dus met de poten onder het lichaam. De expositie leidde tot een sterk vergrote publieke belangstelling voor de groep en het begrip dinosaur(ian) werd gemeengoed.

 

Weitere Informationen
Abmessungen 250 x 350 x 120mm
  • Größter Edelsteingroßhändler in Europa
  • Mehr als 165.000 verschiedene Artikel auf Lager
  • Lieferung innerhalb von 48 Stunden
  • Garantiert wettbewerbsfähige Preise

Hast du eine Frage? Bitte zögern Sie nicht uns zu kontaktieren: