Lederarmband mit Büffelbein Pfeifchen. Billig und schon.

Lederarmband mit Büffelbein Pfeifchen. Billig und schon.

Djembe mit handbemaltem Indianer Motiv

Djembe mit handbemaltem Indianer Motiv

Original-Hand-geschlagen Pfeilspitzen, klein.

Kleine Pfeilspitzen Mischung, geliefert in schwarz Obsidian und / oder Feuerstein. Jahrhundertelang wurden beide als Pfeilspitze verwendet.
Verfügbarkeit: Auf Lager
SKU
628
  • Kauf 100 für 0,79 € jeweils und spare 20%
Original-Hand-geschlagen Pfeilspitzen, klein. kann in Schritten von 10 gekauft werden

Een pijl is gewoonlijk het onderdeel van een pijl en boog dat wordt weggeschoten, maar er zijn ook werppijlen en speciale types voor blaaspijpen en nog veel meer varianten, zie Andere pijlen. Pijlen zijn in de loop van de eeuwen in allerlei vormen en van uiteenlopende materialen gemaakt. Voor de constructie werden klemverbindingen, lijm of dun bindmateriaal gebruikt, al dan niet in combinatie. Aangezien de schutter belang had bij het gelijk presteren van al zijn pijlen, vereiste het maken van pijlen veel aandacht voor detail. De pijl die in de boog gezet wordt, bestaat uit drie hoofdonderdelen: punt, schacht en bevedering. Van oude pijlen zijn vrijwel alleen de punten teruggevonden, omdat die vaak uit duurzaam materiaal gemaakt werden. Voor een stabiele vlucht moet de punt verzwaard zijn om het zwaartepunt naar voren te brengen, en voor gebruik als wapen moet de punt scherp en hard zijn. Voor vorm en afmeting moest altijd een compromis gevonden worden tussen de aerodynamische eigenschappen van de punt en de noodzaak om het doel dodelijk te treffen of zwaar te verwonden. In de prehistorie werden pijlpunten van vuursteen of obsidiaan gemaakt. Beide hebben het voordeel dat ze gemakkelijk scherpe kanten vormen: van vuursteen werden met een puntig gereedschap scherpe scherven afgeslagen, obsidiaan heeft van nature scherpe kanten door zijn kristalrooster. Verder werden ook botsplinters of doorns van planten gebruikt, of werd eenvoudigweg de pijlschacht scherp geslepen. In latere tijden werd brons en ijzer gebruikt; metalen konden door smeden en gieten nauwkeuriger vormgegeven worden dan steen, en waren gemakkelijker in grote hoeveelheden te maken. Voor een groter effect werd de pijlpunt soms in pijlgif gedoopt of van weerhaken voorzien.

Indianen zijn de oorspronkelijke bewoners van Amerika. Columbus, die in 1492 dacht in Indië beland te zijn (het was zijn bedoeling om in westelijke richting de Atlantische Oceaan over te reizen en zo in Indië te komen), noemde de bewoners indios - indianen. Omdat de benaming "indiaan" van een westers standpunt uitgaat, zijn er verschillende alternatieve benamingen in zwang geraakt. In de Verenigde Staten introduceerde de Amerikaanse overheid en academici in de jaren 60 van de 20ste eeuw de term Native American (Nederlands: inheemse Amerikaan) voor de groepen die onder de verantwoordelijkheid van het Bureau of Indian Affairs vielen. Een bijkomende reden was de verwarring met inwoners van Indiase afkomst, die in het Engels ook Indians heten. Deze nieuwe terminologie werd echter niet algemeen gewaardeerd, omdat het werd aangenomen zonder inspraak van de betrokkenen, en omdat met deze term indianen en de oorspronkelijke bewoners van Alaska, Hawaii, Puerto Rico en de eilanden in de Stille Oceaan op een hoop werden gegooid. Uit een in 2005 door het U.S. Census Bureau gehouden enquête bleek dat bijna 50% van de indianen het liefst "American Indians" worden genoemd, terwijl iets meer dan 37% de voorkeur geeft aan "Native American". Tegenwoordig worden beide termen gebruikt. Het is opmerkelijk dat het Bureau of Indian Affairs nu de term American Indian aanwendt in plaats van Native American. De benaming First Nations/Premières Nations wordt gebruikt in Canada. In Latijns-Amerika worden de indianen officieel indígenas (inheemsen) genoemd. In de wetenschappelijke wereld spreekt men ook wel van Amerindiërs of Amerindianen. De Eskimo's (soms Inuit genoemd, al slaat dat woord strikt genomen niet op de Yupik in Alaska) worden overigens vaak (in de politiek en in de wetenschap) niet als indianen beschouwd, zij het wel als "inheemse Amerikanen". De emancipatie wat de etnische naamgeving betreft is zowel in Canada als de VS in toenemende mate een zaak van de inheemse gemeenschappen zelf, die in cultureel en politiek opzicht steeds (zelf)bewuster worden. Zo geven inheemse volken die door de Amerikaanse en Canadese overheden officieel zijn erkend en zichzelf als een volwaardige politieke en culturele staat beschouwen, steeds vaker aan niet langer (zoals in de VS) tribes (stammen) of (zoals in Canada) bands genoemd te willen worden, maar Nations (naties of staten). Tevens worden de namen die de Europeanen (of omringende inheemse volken) in het verleden introduceerden, meer en meer vervangen door de namen die volkeren aan zichzelf gaven. In plaats van Irokezen spreekt men nu bijvoorbeeld vaker van Haudenosaunee. Andere naamsveranderingen zijn onder andere Lakota (Dakota/Nakota) voor Sioux, Mexicah voor Azteken, Ñudzahui voor Mixteken en Mapuche voor Araucaniërs. "Indiaan" wordt in het Nederlands niet met een hoofdletter geschreven, omdat het niet een volk maar verscheidene etnische groepen aanduidt (net als bij zigeuners het geval is). Koning Willem I noemde destijds zijn onderdanen in Nederlands-Indië in een aantal van zijn Koninklijke Besluiten "indianen". "Inlander" werd echter de gangbare term. Bij de komst van Columbus was Noord-Amerika verdeeld in een aantal cultuurregio's. De bekendste zijn die van het uiterste noorden (Arctisch gebied) en die van de prairies in het Midden-Westen, de Great Plains. Op de Plains woonden de meeste mensen langs de rivieren en waren boer. In het oosten en zuidwesten van Noord-Amerika woonden ook boeren. De belangrijkste gewassen waren maïs, bonen en pompoenen. Deze waren oorspronkelijk afkomstig uit Mexico. Verder werden in het zuidwesten katoen en in het oosten onder andere zonnebloemen verbouwd. Tabak werd in nagenoeg de gehele huidige Verenigde Staten en het zuiden van Canada aangeplant. Het stereotiepe beeld van "de indiaan" is gebaseerd op de Prairie-volkeren uit de negentiende eeuw. Dit wil niet zeggen dat voor Columbus (zonder paarden!) geen jacht werd gemaakt op de bizon of andere dieren. Vooral in het noordelijke gedeelte van de Great Plains zijn veel zogenaamde "Buffalo Jumps". Hier erden bizons in een ravijn gejaagd, waar ze te pletter vielen. Bij de Buffalo Jump Head-Smashed-In in Alberta, Canada, is een museum gevestigd waar te zien is hoe dit in zijn werk ging.

  • Größter Edelsteingroßhändler in Europa
  • Mehr als 165.000 verschiedene Artikel auf Lager
  • Lieferung innerhalb von 48 Stunden
  • Garantiert wettbewerbsfähige Preise

Hast du eine Frage? Bitte zögern Sie nicht uns zu kontaktieren: