Wij gebruiken cookies om uw ervaring beter te maken.
De rotsen worden de slakken genoemd, wat een restproduct is van de ijzerproductie in de 18e en 19e eeuw. De steenslag wordt gevormd wanneer de oven een voldoende hoge temperatuur heeft om het erts te verglazen. In oudere slakken worden af en toe sporen van verglazing soms gezien en zelfs in moderne slakken komen vaak minder onvolledig verglaasde porties voor. De gesteentelaag is de slak die wordt gevormd tijdens het smelten van het metaal. De slak drijft bovenop de smelt en wordt vóór het metaal uit de hoogoven afgevoerd. De slak is verkrijgbaar in allerlei kleuren en structuren. Wat Bergslagssten onderscheidt, is alleen de kleur en textuur. De kleur kan veranderen van lichtblauw over helderblauw en donkerblauw via groen naar zwart. Het uiterlijk hangt onder meer af van wat het bevat voor mineralen. De structuur is glasachtig en broos. Van de slak werd slagtegel gegoten, waarbij de vloeibare slak direct vanuit de oven in zandvormen werd geleid, zie slakkenhuis. In modernere tijden werd kalktegel gemaakt van slakkorrels en kalk. De mens graveerde wegen, isoleerde huisgronden en maakte stapel van katoenen-als draden die voor isolatiematerialen werden gebruikt. Maar men moest dit stoppen omdat het bleek dat de arbeiders de longen verwoestten door de fijne slakkenglasnaalden. Van de belangrijkste hoogovenslakken en gebrande kalk, werd cement gemaakt en er werd ook flessenglas vervaardigd. Rond het huis van Bergslagen Murade van de slakkensteen en vele gebouwen blijven vandaag, bijvoorbeeld, de ruïne van de "Slaggstensslottet" uit 1884 in Norhyttan in het zuiden van Dalarna. Tegenwoordig wordt geen enkel huis langer bekleed met de slakkensteen, maar de gekleurde steen, vooral de blauwe, wordt bij voorkeur gebruikt als uitgangsmateriaal voor sieraden. Grinded en gepolijst en gesneden in edel metaal, Bergslagsstenen wordt een populaire souvenir van Bergslagen.